De regio wordt vaak aangeduid als CEE, Central en Eastern Europe. Volgens het World Factbook maken de volgende landen deel uit van Centraal Europa: Duitsland, Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Slowakije, Slovenië en Hongarije. De Baltische Staten vallen onder de noemer Oost-Europa. Landen ten zuiden van Hongarije, zoals Roemenië en het voormalige Joegoslavië onder Zuidoost-Europa.
De CEE regio kende 15 jaar van groei die twee keer hoger lag dan de groei in West-Europa. In 2008 kwam aan deze groei een abrupt einde door de wereldwijde economische crisis. Landen welke vooral door buitenlands kapitaal hun groei financierde zoals Hongarije, Roemenië en Bulgarije werden het zwaarst getroffen. Polen kende daarentegen niet een echte recessie. Tsjechië en Slowakije hebben ook relatief weinig last gehad van de mondiale recessie.
De afgelopen jaren kent de regio een groei die ver boven het Europees gemiddelde ligt. Competitieve voordelen die de regio biedt aan investeerders zijn de goede locatie (in Europa), een binnenlandse markt van 200 miljoen consumenten, de aanwezigheid van goed geschoolde arbeidskrachten tegen relatief lage kosten en het goede investeringsklimaat. De grootste economieën van Centraal Europa, Polen en Tsjechië, maar ook Slowakije hebben de crisis wonderwel goed doorstaan.